De ministers van Financiën van de eurozone werden het vrijdag eens over het invoeren van een Begrotingsinstrument voor Convergentie en Concurrentievermogen (BICC), door Frankrijk en Duitsland consequent eurozonebegroting genoemd. Maar die krijgt voorlopig geen zelfstandige financiële armslag.
Over de financiering van het speciale instrument voor structurele hervormingen en investeringen heerst verdeeldheid tussen de lidstaten. Onder meer de Nederlandse minister van Financiën Wopke Hoekstra heeft zich fel verzet tegen een apart eurozonebudget. “Dat is een heet hangijzer en hebben we voor ons uit geschoven”, zei Hoekstra vrijdag.
Het begrotingsinstrument gaat onder de volgende meerjarenbegroting van 2021 tot en met 2027 vallen. Sommige lidstaten willen er ook extra geld in stoppen, bijvoorbeeld uit Europese heffingen.
Steun van Europees noodfonds gekoppeld aan strengere voorwaarden
De EU heeft nieuwe stappen gezet om de eurozone te versterken, maar er “moet nog veel gebeuren” om de eurolanden bestand te maken tegen nieuwe financiële crises, aldus minister Hoekstra in een reactie op het akkoord dat de Europese ministers in Luxemburg hebben bereikt over maatregelen die de eurozone sterker moeten maken.
Er moet volgens Hoekstra meer gedaan worden aan de risicovermindering van leningen bij de banken en ook staatsobligaties. “Het is een fictie dat staatsobligaties nul risico hebben, zelfs die van Nederland en Duitsland niet.”
De CDA-bewindsman is vooral ingenomen met de overeengekomen hervorming van het ESM, het permanente noodfonds voor eurolanden in financiële problemen. De Eurogroep (ministers van Financiën van de eurolanden) krijgt bijvoorbeeld meer te zeggen over hulpprogramma's zoals die waarmee Griekenland de afgelopen jaren op de been is gehouden.
Het ESM mag in de toekomst alleen nog gunstige leningen verstrekken aan landen met een houdbare staatsschuld. Het ESM wordt uiterlijk vanaf 2024 ook ingezet als vangnet voor probleembanken.